De bedrijfsfiets is populairder dan ooit

De spelregels nog even op een rijtje
De bedrijfsfiets is populair, en terecht! Ze worden steeds vaker opgenomen in het loonpakket. Vanaf het inkomstenjaar 2024 moet het voordeel van deze bedrijfsfietsen worden vermeld op de fiscale fiche.

De kans is groot dat in jouw bedrijf één of meerdere werknemers of bedrijfsleiders zich per fiets naar het werk verplaatsen. We weten niet vanbuiten of deze verplaatsingen plaatsvinden met een eigen fiets of met een bedrijfsfiets, vandaar dat we je graag informeren omtrent de nieuwe regelgeving.

De nieuwe verplichting om dit voordeel op de fiscale fiche te vermelden geldt voor:

  • Bedrijfsfietsen (via leasing) die worden verstrekt in het kader van een cafetariaplan, flexibel verloningsplan, of als extra bovenop het salaris.
  • Bedrijfsfietsen die door de werkgever worden aangekocht en door de werknemer of bedrijfsleider mogen worden gebruikt voor woon-werkverkeer.
  • Deelfietsen waarvan het contract op naam staat van de werkgever of vennootschap.

Waar gaat het over?
Een werkgever of vennootschap kan een bedrijfsfiets ter beschikking stellen aan een werknemer of bedrijfsleider.

  • Wanneer de werknemer of bedrijfsleider de bedrijfsfiets daadwerkelijk gebruikt voor (een deel van) het woon-werkverkeer, is deze volledig vrijgesteld van belastingen en sociale bijdragen.
  • Als de bedrijfsfiets echter uitsluitend voor privéverplaatsingen wordt gebruikt, is deze niet vrijgesteld en moet het voordeel in natura worden aangerekend voor belasting- en sociale bijdragen.

Verplichte vermeldingen op de fiscale fiche
Vanaf inkomstenjaar 2024 moet het voordeel van alle bedrijfsfietsen die daadwerkelijk worden gebruikt voor (een deel van) het woon-werkverkeer, worden vermeld op de fiscale fiche 281.10 (werknemer) en 281.20 (bedrijfsleider).

Dit voordeel is alleen vrijgesteld van belastingen als de werknemer of bedrijfsleider kiest voor de forfaitaire aftrek van beroepskosten. Wie daarentegen kiest voor de aftrek van de werkelijke beroepskosten, wordt uitgesloten van deze fiscale vrijstelling en moet alsnog belastingen betalen over het voordeel van de bedrijfsfiets.

Dankzij deze nieuwe ficheplicht kan de fiscus eenvoudig het voordeel van de bedrijfsfiets toevoegen aan het belastbare inkomen wanneer blijkt dat de werknemer of bedrijfsleider voor de werkelijke beroepskosten kiest. Deze controle zal vanaf inkomstenjaar 2024 plaatsvinden bij de aangifte personenbelasting.

Als werkgever of vennootschap hoef je daarom niet langer een schriftelijke verklaring van de werknemer of bedrijfsleider te hebben waarin deze bevestigt geen aanspraak te maken op de aftrek van werkelijke beroepskosten in de belastingaangifte.

Wat is de fiets werkelijk waard?
Bepaal de werkelijke waarde van de fiets die ter beschikking wordt gesteld aan de werknemer of bedrijfsleider.

Houd hierbij rekening met de volgende factoren:

  • Aard van het aanbod: Dit omvat het type fiets, de bijbehorende accessoires, en eventuele diensten zoals reparaties, onderhoud en verzekeringen.
  • Omvang van het aanbod: Hierbij wordt gekeken naar de mate waarin de fiets permanent of slechts beperkt beschikbaar is.
    Permanent gebruik: In dit geval wordt het voordeel op jaarbasis vastgesteld. Als de beschikbaarheid van de fiets tijdens het jaar begint of eindigt, wordt het voordeel naar rato aangepast.
    Beperkt gebruik: Hier wordt het voordeel vastgesteld op basis van de frequentie en duur van het gebruik, bijvoorbeeld per dag, week of maand.
  • Waarde van het aanbod: Dit hangt af van de waarde van de fiets (inclusief accessoires) en de kosten van de aangeboden diensten. De waarde wordt altijd inclusief btw berekend.

OPMERKING: Als een fiets niet aan een specifieke werknemer is toegewezen, maar deze er vrij gebruik van kan maken, wordt dit ook beschouwd als ‘permanente beschikking’.

Je kan de werkelijke waarde meegeven één keer per jaar of maandelijks. Neem contact op met ons bij vragen. We staan zoals altijd voor je klaar.